De Coöperatie Laatste Wil (CLW) heeft de rechtszaak tegen de Staat der Nederlanden verloren. Op 14 december 2022 werd het vonnis gepubliceerd. Het doel was artikel 294.lid 2 uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt te krijgen. Dan zou iemand een ander bij zelfdoding behulpzaam kunnen zijn of hem/haar de middelen daartoe kunnen verschaffen. Maar het verbod op hulp bij zelfdoding blijft gehandhaafd.
De CLW had samen met 29 individuele mede-eisers een bodemprocedure aangespannen, maar kreeg nul op het rekest van de rechtbank in Den Haag. Echt nul, want de rechter erkent weliswaar voor het eerst in Nederland het recht op zelfbeschikking over het eigen levenseinde zoals dat voortvloeit uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), maar daar blijft het bij. Een verdere invulling van dit recht op zelfbeschikking wordt door de rechtbank niet gegeven. Dat valt bitter tegen, want men hoopte die ruimte te krijgen omdat volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) eenieder op grond van artikel 8 van het EVRM het recht heeft om te beslissen op welke wijze en op welk moment zijn leven wordt beëindigd. Dit overigens op de voorwaarde dat die persoon in staat is vrijelijk zijn wil te bepalen en daarnaar te handelen. Het standpunt van de rechtbank is echter dat de EHRM-rechtspraak niet een recht op hulp bij zelfdoding impliceert.
Dat de Euthanasiewet – officieel Wet toetsing levensbeëindiging (WTL) geheten – niet voor iedereen openstaat en daardoor mensen “buiten de boot vallen” erkent de rechtbank. Met andere woorden: mensen die het recht op zelfbeschikking over het eigen levenseinde willen uitvoeren, moeten het zelf maar uitzoeken. Hulp is niet toegestaan, een dodelijk middel mag niet verstrekt worden. Voor het promoten en verspreiden van middel X was de CLW al eerder door het OM op de vingers getikt. In 2021 gingen 135 80-plussers over tot zelfdoding, het merendeel op gruwelijke en verminkende wijze. Blijft een goede dood voor velen een illusie?
De uitspraak van de rechtbank komt overigens niet onverwacht. De Staat werd uitgedaagd, maar de rechter trapte daar niet in. Het is aan de wetgever en niet aan de rechter om het probleem van hulp bij zelfdoding op te lossen, zo stelt de rechtbank in het vonnis. Als ultieme zelfbeschikking gepaard aan hulp bij zelfdoding een brug te ver is, zou de wetgever meer invulling aan zelfbeschikking kunnen geven door ouderen tegemoet te komen via de voltooid-leven-wet van D66. Want hier is de meest haalbare zelfbeschikking gekoppeld aan professionele hulpverlening. Dan zou het vonnis van de rechtbank nog een doorbraak richting dit wetsontwerp teweeg kunnen brengen. Wie had dat gedacht.
Wat opviel was dat de Staat in zijn verweer zich baseerde op de bevindingen van de Commissie-Schnabel, het Perspectief-onderzoek en het advies van de Raad van State over het D66 wetsvoorstel voltooid leven. Rapporten waar veel op is af te dingen. Des te smadelijker dat deze trits, die schakelen met elkaar, ook hier weer als bewijs wordt aangevoerd dat er niets aan de hand is. Hier wordt weer aangetoond hoe door herhaling iets wat niet deugt, toch voor waar wordt aangenomen.
Wat de CLW aan activiteiten rest is samen met de NVVE en Stichting De Einder een proeftuin op gang te brengen. Men kan dit zien als een experiment om uit te zoeken hoe iemand die een goede dood in eigen regie oftewel zelfeuthanasie overweegt, hulp bij zelfdoding kan krijgen. Dit onder voorwaarden en omstandigheden die voor de persoon in kwestie en de samenleving acceptabel zijn. De vraag is of het OM gezien dit recente vonnis van de rechtbank Den Haag en op handen zijnde strafvervolgingen bereid is een dergelijk initiatief toe te staan.