Op basis van literatuuronderzoek concludeert de Adviescommissie dat de problematiek van ‘voltooid leven’ noch naar aantal noch naar aard een herziening of wijziging rechtvaardigt van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl). Nu was Uit Vrije Wil daar ook niet op uit, zij was voorstander van een wet voltooid leven naast de bestaande Euthanasiewet (Wtl). De adviescommissie ziet echter geen noodzaak om de juridische mogelijkheden voor hulp bij zelfdoding te verruimen.
Bij ‘voltooid leven’ is meestal sprake van medische problematiek. Voltooid leven ligt in veel gevallen in het verlengde van een opeenstapeling van ouderdomsklachten, die samen met verlieservaringen op andere terreinen tot ondraaglijk en uitzichtloos lijden in de zin van de Wtl aanleiding kunnen geven. De groep waar het bij ‘voltooid leven’ om gaat lijkt klein. Bovendien valt het ervaren van een voltooid leven te voorkomen. Aandachtspunten zijn eenzaamheid bestrijden en zelfredzaamheid vergroten. Daarmee zegt de Adviescommissie eigenlijk: als je als oudere je best doet, heb je geen last van zoiets als voltooid leven.
De Adviescommissie gaf als definitie van mensen met een voltooid leven dat zij veelal op leeftijd zijn, naar hun eigen oordeel geen levensperspectief meer hebben en dat zij als gevolgd daarvan een persisterende, actieve doodswens ontwikkeld hebben. Deze definitie – met het onderdeel persisterende doodswens – komt in het Perspectief-onderzoek weer terug. Maar daarover later.